Welkom op mijn weblog, ik ben een kleuterleidster in spé. Hier stel ik mezelf even voor, ik ben Melanie Rybarski en zit in mijn eerste jaar kleuteronderwijs op de hogeschool Vives in Tielt. Ik wil met jullie mijn ervaringen, opdrachten, stageperiodes,… delen. Alvast veel plezier op mijn blog!
Boeddhisten zien de aarde als een levend wezen met zorgzame eigenschappen. De aarde geeft ons een plek en wat nodig is om te leven. Als wij als mensen goed met elkaar samenwerken, dan is Moeder Aarde gezond. Maar als we dat niet doen, betekent dit voor de planeet ziekte of zelfs de ondergang. Boeddhisten zien zichzelf als onderdeel van de natuur. Mensen zijn slechts een draadje in het web van het leven. Andere belangrijke draden zijn de dieren en de planten. Als je de andere draden van het web kapot maakt of vernielt, heeft dat invloed op de samenstelling van het web waar jouw bestaan van afhangt. We vernielen het evenwicht en de harmonie in het web en, uiteindelijk in onszelf. Boeddhisten worden aangeraden om met de natuur heel respectvol en voorzichtig om te gaan. Milieuvervuiling of op een andere manier schade toebrengen aan de natuur gaat in tegen de aard van het boeddhisme. De natuur is alles wat groeit en bloeit. De natuur wordt vaak gebruikt om moeilijke dingen uit te leggen. Kijk maar eens naar de lotusbloem: hij groet vanuit de modder als een prachtige bloem naar het licht. Dat is volgens de boeddhisten wat er met mensen gebeurt als ze de leer van Boeddha volgen.
Jahweh, de god van de joden, heeft de natuur aan de mens gegeven, dus moet de mens er goed mee omgaan. De mens mag dingen uit de natuur gebruiken, zoals eten en hout om huizen te bouwen, maar wie de natuur kapot maakt, maakt God kapot. Er zijn veel joodse organisaties die zich richten op de natuur, de Israël en daarbuiten. Deze organisaties willen de mensen dichter bij de natuur brengen, willen hen leren over de godsdienstige wet waaraan een jood zich moet houden en de natuur. Ze willen ook kinderen bewust opvoeden met de natuur enzovoort. Maar de natuur is niet alleen iets positiefs voor joden. God kan de natuur ook gebruiken om mensen te straffen. Toen de joden in de begintijd van het jodendom in slavernij bij de Egyptenaren waren, zond God 10 plagen op de Egyptenaren af. Hij maakte bijvoorbeeld een rivier onleefbaar waardoor alle vissen stierven en de Egyptenaren honger leden. Sommige joden zien in de huidige milieuvervuiling ook een straf van God.
4. Neoliberalisme met de centrale rol op onderwijs:
Hier zegt Paul Verhaeghe: "De bedoeling was kritische hoog opgeleide burgers af te
leveren die via hun persoonlijke ontwikkeling ook konden bijdragen tot een beter maatschappij"
De mensen van nu leren hun kinderen om op te komen voor zichzelf. Ze leren ook aan hun kinderen om zich niet te laten doen. Het is niet de bedoeling dat de kinderen anderen gaan nadoen of nazeggen. Kinderen moeten kunnen uitmaken voor zichzelf wat ze juist willen of hoe ze zijn. Daarvoor krijgen ze de nodige vrijheid om zich te kunnen uiten of de keuzes te kunnen maken. Hoe vaak mensen de zin niet gebruiken van: "Wat de ander doet, is zijn zaak, wat jij doet, is jouw zaak". Iedereen is tenslotte nog steeds baas over zichzelf. Jongere kinderen gaan dit duidelijk maken door te bepalen met wie en wanneer ze juist willen spelen. Zij kunnen mensen echt soms gaan afstoten van zich.
Na vele situaties of gebeurtenissen zullen ze al snel ontdekken dat het alleen aan jezelf denken, u niet gelukkig maakt.
3. Neoliberalisme is ronduit gevaarlijk op psychologisch vlak:
Hier zegt Paul Verhaeghe: "Het is gevaarlijk omdat dit systeem het slechtste in de mens naar boven haalt en het beste onderdrukt."
Alles moet doeltreffend zijn en zijn nut hebben. Hoe dat de mensen zich voelen, dat doet er tegenwoordig nog weinig toe. Op het werk is het zo dat mensen voor alles een deadline krijgen. Dit zorgt voor heel wat tijdsdruk en kan stress veroorzaken. De vele ontslagen die er nu vallen zorgen voor heel wat spanning bij de mensen. Dit gaat dan alweer voor onzekerheid zorgen en zo worden de mensen bang. Net door die angst gaan er als gevolg pesterijen op het werk ontstaan. Zo zijn de mensen zeker dat ze hun job niet zullen verliezen. Het kan soms zelf zo vergaand zijn dat mensen de andere slecht gaan maken of ervoor gaan zorgen dat er iets misloopt op hun werk. Dus de werkdruk zorgt er met andere woorden voor dat mensen zo gaan doen tegen anderen.
2. Neoliberalisme is een ramp op maatschappelijk vlak: Hier zegt Paul Verhaeghe: "Op dertig jaar tijd zijn de inkomensverschillen in bijvoorbeeld Groot-Brittannië spectaculair gestegen, zo spectaculair dat de middenklasse ginder aan het verdwijnen is."
Deze inkomensverschillen zijn te groot, en dit niet enkel alleen in Groot-Brittannië. Spanje, Griekenland en Portugal, zijn tegenwoordig ook al enkele voorbeelden hiervan. Nu is er een grens tussen arm en rijk. De middenklasse is stilaan aan het verdwijnen.
Paul Verhaeghe zegt ook dat er zich heel wat meer mentale stoornissen voor doen sinds de inkomensverschillen zo groot geworden zijn. Dit kan je zeer goed vergelijken met de hoeveelheid tienerzwangerschappen in vergelijking met een aantal jaren terug. Ook agressie en criminaliteit scheren hoge toppen wereldwijd. Vele mensen schrikken wanneer ze te horen krijgen dat mensen met een hoog inkomen ook depressief of agressief kunnen zijn of zo kunnen overkomen.
"68 procent van de jongeren is wel eens eenzaam. Dat staat in het onderzoeksrapport Connected van In Petto dat verscheen op 19 oktober 2011. Toch zitten ze dagelijks op Facebook en hebben ze honderden vrienden. Maar die online vrienden worden minder als echte vrienden beschouwd dan de vrienden die ze in levenden lijve ontmoeten. De ondervraagde jongeren zijn sowieso erg waakzaam: de helft van hen vindt dat andere mensen niet te vertrouwen zijn.
Vrienden en ouders worden meest vertrouwdDe jongerenorganisatie In Petto heeft 1761 jongeren in Vlaanderen ondervraagd over vertrouwen, eenzaamheid en verbondenheid. De vragenlijst (opgesteld samen met Trendwolves) is geïnspireerd op chats en telefoongesprekken van de Kinder- en Jongerentelefoon (KJT). Jongeren zeggen dat ze eenzaamheid op zich niet als een probleem ervaren, maar wel dat ze er moeilijk met anderen over kunnen spreken. Als ze dit gevoel willen delen, doen ze dat vooral met hun vrienden en met hun ouders. Dat zijn de mensen die emotioneel het dichtst bij hen staan, mensen die ze vertrouwen. Leerkrachten en hulpverleners worden amper in vertrouwen genomen voor zulke persoonlijke gevoelens.
Allochtone jongeren benadrukken sterkere band met hun oudersHet vertrouwen in ouders is vrij algemeen. Jongeren van wie beide ouders in het buitenland zijn geboren zeggen nadrukkelijk een sterkere band te hebben met hun ouders dan dat autochtone jongeren dat doen. De ‘nieuwe’ Belgen voelen zich ongeveer even vaak eenzaam als oorspronkelijke Belgische tieners. De ondervraagde jongeren van een andere origine wantrouwen meer en hebben nauwelijks een band met België.
JongerenpanelHonderd jongeren gaven ook hun commentaar op de resultaten van het Connected onderzoek. Uit dit panel blijkt dat eenzaamheid onder tieners een groot taboe is. In Petto ontwikkelt dit najaar een methodisch pakket over eenzaamheid, vertrouwen en sociale vaardigheden. “Eenzaamheid is geen probleem, er niet over kunnen praten wel.” bron: http://www.allesoverjeugd.be/nieuws/eenzaamheid-laatste-taboe-bij-facebookgeneratie Mijn mening hierover: Ik moet toegeven dat ik dit niet raar vind. Zelf ben ik iemand die niet snel persoonlijke dingen zal vertellen aan mensen die ik niet goed ken. Maar vertrouwen vind ik wel en heel belangrijke waarde. Vriendschap is opgebouwd uit vertrouwen, zonder vertrouwen kan je niet bouwen aan de basis van een vriendschap of een relatie. Grotendeels heeft dit volgens mij ook te maken met de omgeving waar we de dag van vandaag in leven. Deze is minder veilig dan vroeger. Dit kan je opmerken in de media, zoals moord, verkrachting, inbraken, ... Dit maakt ons bang, waardoor ons vertrouwen in alles en iedereen zal verkleinen.
In dit filmpje is te zie hoe volwassenen onbewust een grote invloed uitoefenen op de kinderen. Alles wat wij doen, alles wat wij zeggen en zelfs onze manier van denken, ... Omdat volwassenen een soort rolmodel zijn voor kinderen, doen kinderen hen na, omdat zij ervan uitgaan dat alles wat een volwassene doet, goed is.
Sommige kinderen kunnen wel eens een ongepast gedrag aangeven. Dit noemen wij dan weer een stout gedrag. Daarom gaan we dan de kinderen straffen. Op deze manier tonen we dat dit gedrag niet kan of niet gepast is. Maar wij moeten er ook bij stil staan dat het gedrag niet altijd vanuit hun karakter afkomstig is. Hier kon soms de oorzaak eens bij ons liggen of bij de verkeerde vrienden.
betekent dat de verschillende sectoren van onze maatschappij - die onder de invloed stonden van de Kerk zelfstandige domeinen waren. Nu hebben ze zich ontrokken aan de overkoepelende functies van de godsdienst. Deze domeinen werken nu vauit eigen principes en regels, zonder dat één of andere levensbeschouwing daar van bovenaf iets kan opleggen. Deze gaat gepaard met het ingroeien van andere culturen. Vandaar spreken we van een pluralistische maatschappij.
Daarvoor wil ik alles geven Weg wat te veel is Geen stress aan mijn lijf Gelukkig zijn Alleen in de stad Iedereen ongeïnteresseerd Dat kan, dat kan niet blijven duren Ik word gek Gelukkig zijn, gelukkig zijn Daarvoor wil ik alles geven Liefde en warmte Geen stress aan mijn lijf Gelukkig zijn Zonder werk, zonder gehoor 't Leven heeft geen enkele zin Red me, red me uit die nachtmerrie Geef me al je warmte Geef me al je warmte Gelukkig zijn, gelukkig zijn Daarvoor wil ik alles geven Weg wat te veel is Geen stress aan mijn lijf Gelukkig zijn, gelukkig zijn
Hindoe:Omdat het bestaan een eeuwige kringloop is van sterven en geboren worden, maken lijden en dood vervolgens hindoes wezenlijk deel van uit. Het heeft dan ook niet veel zin om hierover bedroeft te zijn: "De dood is een zeker feit voor degene die wordt geboren en ook is geboorte zeker voor hen die sterven; het zijn onvermijdelijke zaken die het dus niet verdienen over te weeklagen."
Boeddhisme: in het boeddhisme neemt lijden een centrale plaats in. Het lijden is onontkoombaar in de wereld. Volgens de woorden van de Boeddha: "Geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, dood is lijden, gejammer en geklaag, pijn en verdriet, het verbonden zijn met datgene waarmee we niet verbonden willen zijn is lijden, gescheiden te zijn van hetgeen we liefhebben is lijden, het niet in vervulling gaan van wensen is lijden; kortom, de factoren waaruit het leven is opgebouwd zijn lijden." Lijden is volgens hem het gevolg van gehechtheid en verlangen. De mens kan pas voldoening bereiken, niet door de werkelijkheid te ontvluchten, maar door deze ten volle te aanvaarden, door overgave aan de realiteit.
Islam:De dood is voor moslims ook niet het definitieve einde van het bestaan. Het leven op aarde is immers een voorlopige fase, waarna wordt overgegaan naar een volgende fase, het leven na de dood. In het stervensproces mag de moslim zich dan ook niet te veel richten op het leven dat hij achterlaat op aarde. Eerder blikt de gelovige moslim vooruit naar de toekomst, naar het ware leven na de dood.
Humanisme: Zij vinden dat de mens zelf zin kan geven aan zijn leven. Vanuit die visie moet ook het lijden bekeken worden. Het lijden is zinloos en moet zoveel mogelijk bestreden worden. Wel is het mogelijk dat de mens zelf zin geeft aan zijn lijden, bijvoorbeeld omdat het hem tot nieuwe inzichten heeft gebracht. We kunnen binnen dit beperkte bestek helaas niet dieper ingaan op deze visie, maar vinden die wel raak verwoord terug in deze uitspraak van L. Moulin: “Ongelovig zijn betekent zonder enige restrictie te aanvaarden een kort, precair, ongetwijfeld accidenteel leven te leiden, dat geen andere zin heeft dan die welke men eraan al werkend geeft.
Jodendom en christendom: Joden hebben hun heilige Schrift deels met christenen gemeenschappelijk . Verschillende visies op God en het lijden die we bij christenen terug vinden, vinden we dan ook bij joden terug. God wordt ter verantwoording geroepen. De visie is dat het lijden de wil van God is. Dit kan dan bijvoorbeeld verbonden worden met de zonde van de mens. God kan het lijden ook toestaan als een beproeving van de mens. bron: http://www.kuleuven.be/thomas/page/lijden-vragen-en-visies/
Opgroeien in verbondenheid Anouk Depuydt schuift vijf levensdomeinen naar voren waarop die verbondenheid gestalte kan krijgen. In haar vijf-cirkel-model of haar omgevingscirkels wil ze de mens opnieuw ver-bind-en met: 1. Zichzelf: Hiermee bedoelen ze jezelf als persoon. Wat denk je, wat voel je, wat wil je, ... "Zelf voel ik me goed, ik accepteer mezelf zoals ik ben. Natuurlijk wil ik hiermee niet zeggen dat ik met alles tevreden ben. Maar ik accepteer mezelf zoals ik ben. En probeer van elke dag de beste te maken. Tenslotte is niemand perfect, iedereen heeft zijn minder goede kanten."
2. Een andere mens of mensen dichtbij: Mensen hebben nood aan contact met elkaar.
"Als eerste staat mijn vriend rond mij en mijn familie. Zij zijn de belangrijkste mensen voor mij. Ze staan altijd klaar voor mij en ik voor hen. Ook telt dit voor mijn vrienden. Zonder hen zou ik niet zoveel plezier beleven in mijn leven."
3. De voorwerpen, materialen: de materie: als mensen het materiële beter leren kennen, dan groeit er een verantwoordelijkheid voor de zorg hierover. "Mijn ouders hebben mij van kinds af aan geleerd om respect te hebben voor anderen en mijn eigen materiaal."
4. De sociale omgeving: De samenleving waar wij als mens of groep in kleine of grote hoeveelheid gaan samen leven.
"Iedereen heeft een plaats in de maatschappij. Dit door onze waarden die we bezitten."
5. De natuurlijke omgeving: Hier komen alle vier 'verbondenheden' samen.
"Hier gaan alle vier 'verbondenheden' elkaar raken. Ze gaan elkaar ook ontmoeten. De religieuze levensbeschouwing hoort hier ook thuis. Deze cirkel vind ik persoon iets minder belangrijk. Dit omdat mijn geloof niet zo groot is.
Bron: cursus religie, zingeving en levensbeschouwing: mens en samenleving Verdere inspiratie omtrent de omgevingscirkel kan je terugvinden op de volgende website: http://www.opgroeieninverbondenheid.nl/
Ik weet niet of ik gelovig of ongelovig ben. Ik ben thuis opgegroeid met het christelijke geloof. Zoals op Allerzielen gaan wij altijd een bloemetje brengen aan de overleden mensen die we verloren zijn. Ik haal vooral mijn kracht uit de liefde die ik krijg van anderen. Dus misschien zie ik een soort van God in de liefde. Ik kan mij niet uitspreken of hij echt bestaan heeft of niet. Ik ben wel blij dat mijn ouders mij gedoopt hebben, want op deze manier kan ik later zelf bepalen of ik voor de Kerk wil trouwen of niet.
Ik geloof wel in de krachtige boodschap van Jezus. Dat we moeten zorg dragen voor elkaar en voor de natuur, dat we moeten delen en vertrouwen hebben.